Waar rechts-populisten de grenzen willen sluiten voor vluchtelingen en arbeidsmigranten, ziet het Comité van Waakzaamheid vooral drie andere dreigingen vanuit het buitenland: speculatief kapitaal, schimmige afluisterdiensten en duistere geldstromen (naar culturele en politieke instellingen). Hier het laatste uit een serie van drie artikelen.
Kees van der Pijl
Door de recente couppoging in Turkije is de bemoeienis van Ankara met de verhoudingen in Nederland weer in het nieuws gekomen. Deze poging is door Erdoğan op het conto van de Gülen-beweging geschreven, waardoor de tegenstellingen tussen Turkse Nederlanders hoog zijn opgelaaid.
Nu valt het te betwijfelen of de geestelijk leider Gülen, die in de hele wereld culturele en onderwijsinstellingen subsidieert, inderdaad achter de couppoging zit. Maar de hierheen geïmmigreerde Turken van het platteland (overwegend Erdoğan-aanhangers) verschillen wel degelijk van hun meer verstedelijkte landgenoten met een middenklasse-achtergrond (vaak op Gülen geöriënteerd als zij moslims zijn). En die tegenstellingen worden vanuit het buitenland aangewakkerd.
De Gülen-aanhang is gericht op integratie. Erdoğan en zijn AKP willen echter dat de 6,5 miljoen in het buitenland levende Turken juist aan de eigen taal en cultuur vasthouden. Vanuit Turkije worden daarom in Nederland circa 150 moskeeën gefinancierd en bestuurd, plus nog eens zo’n honderd Milli Görüs-moskeeën, en circa 1500 stichtingen en verenigingen.
Zo wordt de integratie van Turkse Nederlanders tegengegaan. Nu betekent verzet tegen integratie vaak dat men de voorwaarden wil verbeteren waaronder deze integratie moet plaatsvinden. Bij de PvdA-afsplitsing DENK lijkt dat zeker het geval. Of de partij dat louter met Nederlandse middelen wenst te bereiken of ook met steun van Ankara, is echter van groot belang.
Hoe gevaarlijk buitenlandse bemoeienis met de verhoudingen binnen Nederland is, wordt pas goed duidelijk als we kijken naar Geert Wilders.