Waarin onderscheiden de sterk groeiende extreemrechtse bewegingen in Europa, de VS en Brazilië zich van de klassieke fascistische beweging? En wat hebben zij gemeen? Deze actuele vragen beantwoordt historicus prof. Enzo Traverso van Cornell University in de VS uitvoerig in een interview (Jacobin, februari 2019) over zijn boek The New Faces of Fascism. Wij publiceren de onverkorte vertaling van dit interview in twee afleveringen.
In deze tweede aflevering gaat het over extreemrechts dat het gat opvult van de sociaal-democratie. Linkse bewegingen moeten zichzelf opnieuw uitvinden, maar ook een volstrekt andere inhoud brengen dan het rechtspopulisme. Bijvoorbeeld een andere houding jegens vluchtelingen, stelt prof. Traverso. De goede verstaander herkent in het interview ongetwijfeld ook elementen uit de Nederlandse situatie.
Traditionele waarden
U schrijft over het ‘doorbreken van het stilzwijgen’ rond openlijke uitingen van fascistische of extreemrechtse politieke entiteiten. U erkent daarbij dat extreemrechts in Europa enige legitimiteit heeft verworven door het gat op te vullen van de terrein verliezende sociaal-democratische partijen, maar lijkt tegelijkertijd een diepere kwestie aan de orde te stellen die raakt aan het idee van wat u een ‘regime van historiciteit’ noemt. Kunt u nader ingaan op het verband dat u legt tussen onze ‘democratieën zonder geheugen’ en de opkomst van extreemrechts?
Het postfascisme is een wereldwijd verschijnsel dat echter niet steeds dezelfde kenmerken heeft. Dit explosieve mengsel van nationalisme, xenofobie, racisme, charismatisch leiderschap, ‘identiteitspolitiek’ en verzet tegen globalisering kan verschillende vormen aannemen.