Van 30 juni tot en met 12 november 2017 wordt in het Verzetsmuseum in Amsterdam de reizende expositie De Goelag, terreur en willekeur in de Sovjet-Unie gepresenteerd. Er is kritiek gekomen op de tekst in de uitnodigingsbrief voor de opening, op de website-tekst (inmiddels deels gewijzigd) en op de expositie zelf.
Hieronder het schrijven van Arthur Graaff, lid van het Comité van Waakzaamheid en landelijk woordvoerder van AFVN-BvA (Antifascistische Oud-Verzetsstrijders Nederland / Bond van Antifascisten), die als eerste zes onjuistheden in de aankondiging aankaartte, en de reactie van het Verzetsmuseum.
Arthur Graaff
Met stijgende verbazing heb ik de wervende website-tekst gelezen waarmee het Verzetsmuseum op 22 juni 2017 de expositie De Goelag, terreur en willekeur in de Sovjet-Unie meende te moeten beschrijven.
Nog diezelfde dag heb ik het museum hierop aangesproken. Mijn kritiek gold met name de volgende passage:
‘Vrijwel niemand weet dat daaronder ook duizenden Nederlandse slachtoffers waren: deels Nederlanders die vochten in Duitse dienst en die in Rusland krijgsgevangen waren gemaakt, maar ook veel idealistische communisten die voor de oorlog naar Rusland waren getrokken om te helpen aan de verwezenlijking van de rode droom, en die – net als zovele Russen – ook uit de gratie vielen.’
Ik heb mijn kritiek in zes punten samengevat.
1. Nederlandse slachtoffers: dit klopt pertinent niet. Voor zover het om uit Nederland afkomstige SS’ers ging, waren dit geen Nederlanders meer. Want wie in vreemde staats- of krijgsdienst treedt, verliest automatisch zijn Nederlanderschap. Deze mensen waren verraders.
2. Duizenden: voor zover het om SS’ers ging, waren dit inderdaad duizenden Goelag-gevangenen. Bij de idealisten waren het er echter minder dan twintig; natuurlijk nog erg genoeg. Zij waren de echte slachtoffers – anders dan de SS’ers, die in veel gevallen tot de ernstigste daders behoorden en dus niet met hen in één adem kunnen worden genoemd.
3. Slachtoffers: de SS’ers vormden een totaal aparte categorie, namelijk van daders, leden van de Waffen-SS. Zij hebben zeker in Oost-Europa gruwelijke oorlogsmisdaden op hun geweten. In Ysselsteyn (gemeente Venray) liggen nog ongeveer 6000 SS’ers en wij voeren actie voor sluiting van die SS-begraafplaats.
4. Duits: deze landverraders traden niet in Duitse dienst, omdat dit op dat moment niet mogelijk was. Zij traden in nazi-Duitse dienst, in dit geval van een pure nazi-organisatie: de SS. Deze was opgericht door de nazi’s, uitsluitend om hun uiterst misdadige doelen te verwezenlijken. De Duitse staat was immers sinds 1933 gekaapt door de fascistische nazipartij. We hechten er sterk aan om het onderscheid tussen ‘Duits’ en ‘nazi-Duits’ zeer nadrukkelijk en consequent te handhaven, zeker als het gaat om projecten met een educatieve uitstraling.
5. Rusland: deze tekst heeft het over ‘Rusland’, waar in dit geval de Sovjet-Unie wordt bedoeld.
6. Goelag: krijgsgevangenen kwamen zeker niet altijd in de Goelag terecht. De Sovjet-Unie bezat ruim 2000 krijgsgevangenenkampen, die vaak onder speciaal beheer vielen vanwege de enorme aantallen nazisoldaten. Dit waren er bijna 3 miljoen binnen twee jaar tijds!
Het ware beter geweest om het in dit verband bij de aankondiging van deze expositie helemaal niet over de ex-Nederlandse SS’ers te hebben, en dan ook niet meer over ‘duizenden slachtoffers’. Als het zo in deze tekst voorkomt, wordt het heel lastig om hen aan te duiden als aparte categorie: namelijk van daders. Het stuit ons tegen de borst als zij worden gepresenteerd in het kader van de echte slachtoffers.
Wij vertrouwen erop dat het Verzetsmuseum vóór de start van de tentoonstelling enkele aanpassingen in de lijn van het bovenstaande kan uitvoeren.
Reactie Verzetsmuseum
Op 23 juni ontving Graaff de volgende schriftelijke reactie van het museum:
Zoals wij telefonisch al aangaven, is deze tentoonstelling een productie van Nationaal Monument Kamp Vught en was de tentoonstelling daar eerder ook te zien. De inhoud is samengesteld door Kamp Vught in samenwerking met Jelle Brandt Corstius, Alexander Münninghoff en Nanci Adler.
Wat betreft het bericht op de website. Wij zullen zorgvuldig naar uw opmerkingen kijken. Onjuistheden als ‘Rusland’ (ipv ‘Sovjet-Unie’) en ‘Duitsland’ (ipv ‘nazi-Duitsland’) in de tekst zullen wij aanpassen. Ook de term ‘slachtoffers’ zullen we vermijden, zoals in de tentoonstelling zelf overigens ook is gebeurd.
Wat betreft de Nederlanders die in de Goelag terechtkwamen. Het aantal idealistische communisten was waarschijnlijk niet erg hoog. Dat zullen we nuanceren in de tekst. Het waren inderdaad voor een groot deel SS’ers, maar ook Nederlanders die (gedwongen) in Oost-Europa werkten. Precieze aantallen weten we niet en onderzoek daarnaar gaat moeizaam vanwege beperkte toegankelijkheid van de archieven.
Het klopt dat wie in vreemde krijgsdienst vecht het Nederlanderschap verliest. Desondanks menen wij wel over Nederlanders te mogen spreken. Het gaat om mensen die in Nederland geboren en getogen waren en voor het brede publiek is het interessant te weten dat mensen uit Nederland onder verschillende omstandigheden in de Goelag terechtkwamen.
Hoe verschillend die omstandigheden waren en dat het grootste deel van die mensen SS’ers waren, komt aan bod in de tentoonstelling.
Het Verzetsmuseum heeft de teksten inmiddels (deels) aangepast, mede op verzoek van Arthur Graaff. Het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) daarentegen heeft dezelfde, onjuiste tekst over de expositie (nog) niet aangepast, ondanks een gelijkluidend verzoek.